5.5 Digitalisering

We zien digitalisering als een belangrijke en noodzakelijke voorwaarde van het verbeteren en opvolgen van de kwaliteit van medische beeldvorming. Voor een goede informatie-overdracht zijn de volgende drie aspecten noodzakelijk:

  • goede gegevenskwaliteit, namelijk een goede kwaliteit van de onderliggende (medische relevante) informatie,
  • de interne integratie, zijnde dat de informatiestromen binnen het ziekenhuis laagdrempelig en volledig zijn, en
  • de externe integratie waarbij de informatiestromen tussen ziekenhuizen en de patiënt mogelijk moet zijn (bijv. via Hubs en metahubs).

Rond de digitalisering binnen de ziekenhuizen zijn stappen gezet rond het gebruik van EPD, maar zijn nog altijd verbeteringen mogelijk. Bijvoorbeeld door een betere integratie van de verschillende systemen binnen een ziekenhuis. Hierbij kan gedacht worden aan de integratie van de medische toestellen in de IT systemen en EPD van het ziekenhuis. We zien dat vrijwel alle ziekenhuizen zijn aangesloten op de Hub. Er zijn dus stappen gezet rond de uitwisseling van gegevens. Echter is de digitalisering tussen ziekenhuizen en met andere zorgverstrekkers nog niet volledig. Dat komt op verschillende momenten in het beeldvormingstraject naar voren.

Zo zijn er duidelijke regels over wat een voorschrift voor medische beeldvorming voor informatie moet bevatten, maar is er geen verplichting om het mogelijk te maken om elektronische de beeldvorming te kunnen aanvragen. In de relevante wetgeving zien we dat “[h]et aanvraagformulier […] wordt opgemaakt conform het model vervat in bijlage 82”.48. Hierbij impliceert de “conform” dat het niet zo zeer om de vorm of lay-out gaat maar om de inhoud, wat ook bevestigd wordt op de site van het RIZIV: “[a]lle vermeldingen […] zijn verplicht, maar u kan ervan afwijken wat de lay-out betreft of vermeldingen toevoegen”. Er is geen voorwaarde opgenomen dat dit op papier moet zijn, dus een digitaal formulier met de nodige informatie is onder die Verordening toegestaan. Naar analogie met PARIS (Prescription & Autorisation Requesting Information System)49 kan een elektronisch aanvraagformulier ontwikkeld worden met op termijn een verplichtend karakter, zodoende dat de kwaliteit van de aanvraagformulieren beantwoordt aan de minimale vereisten op administratief en klinisch vlak. De uitbreiding elektronische geneesmiddelenvoorschriften naar elektronische niet-medicamenteuze voorschriften (vb. kiné, logo, medical devices, …) is een van de doelstellingen van het actieplan e-Gezondheid 2019-2021. Het elektronisch aanvragen van medische beeldvorming, als niet-medicamenteus voorschrift, maakt ook deel uit van de BMUC voor algemene ziekenhuizen.

5.5.1 Elektronisch patiëntendossier (EPD)

Rond het EPD zien we de dat de integratie van gegevens van buiten de organisatie in het EPD van de organisatie ontoereikend is. Dit lijkt mede een oorzaak te vinden in verschillende systemen die niet compatibel zijn. Het betreft hier onder meer de elektronische identificatie van de patiënt, de relevante klinische en bijkomende inlichtingen en vorige relevante onderzoek(en) al of niet vanuit de hub. We gaan ervan uit dat een algemeen gebruik van een elektronisch aanvraagformulier te promoten is samen met een gestandaardiseerde elektronische voorschrijfmethode in het EPD. We zien namelijk dat de integratie van vorige onderzoeken en EPD eerder uitzonderlijk is, zie de figuren 4.27 en 4.28. Uit de vragenlijsten weerhouden we dat de protocollen van vorige onderzoeken niet altijd gedeeld worden(in \(62\) ZH). Evenals dat de beelden van vorige onderzoeken niet altijd beschikbaar zijn (45 ZH, direct opgeladen in \(21\) ZH). Dit impliceert dat niet alle informatie altijd beschikbaar is in het EPD.

Dat niet in alle beelden deel uitmaken van het EPD is een probleem naar kwaliteit van zorg maar ook naar de wettelijk verplichtingen hieromtrent. De patiënt heeft het recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier.50 In art. 33 Kwaliteitswet is met een niet exhaustieve lijst de (minimale) inhoud van een patiëntendossier gecodificeerd. Specifiek voor de medische beeldvorming wordt vermeld dat “de resultaten van onderzoeken zoals […] radiologische […] onderzoeken” moeten worden opgenomen in het patiëntendossier.51 In de rechtsleer wordt aan patiëntenrechten een ruime invulling gegeven, waaruit volgt dat deze bepaling zo geïnterpreteerd dient te worden dat het een verplichting inhoudt voor de beroepsbeoefenaar tot het bijhouden van zowel het verslag als de beelden van elk radiologisch onderzoek. Zulks is een weinig verrassende conclusie wanneer de analogie gemaakt wordt met de verslaglegging van labo-resultaten. Waarbij de waarden ook in het dossier worden bewaard. Deze waarden zijn het equivalent van de beelden in medische beeldvorming, die een weergaven zijn van de metingen met het betreffende toestel.

Om het bovenstaande te realiseren is het belangrijk dat het elektronisch systeem zo is opgezet dat integratie met de eigen software mogelijk is en ook om gegevens van buiten het ziekenhuis te kunnen gebruiken. Dit betekent dat gegevens op een gestandaardiseerde wijze moeten worden uitgewisseld. Door het harmoniseren en standaardiseren van de gegevens, preferentieel met open standaarden, is het mogelijk om deze tussen verschillende systemen uit te wisselen. Daarom is een landelijk beeldenduitwisselingssysteem wenselijk waaraan alle ziekenhuizen zijn gekoppeld en waarmee alle ziekenhuizen eenvoudig medische beelden met elkaar kunnen uitwisselen. Hierop kunnen dan ook andere zorgverleners betrokken in het proces rond medische beeldvorming aangesloten worden. Het zou technisch gezien mogelijk moeten zijn om te zorgen dat elke zorgverlener beschikt over de relevante gegevens rond de medische beeldvorming opdat herhalingen van onderzoek of verlies van informatie geminimaliseerd worden.

Voor zorgverleners is het belangrijk om toegang tot de beelden en protocollen te hebben. Voor verschillende overheidsdiensten is een inzicht andere informatie van belang. Een voorbeeld is de stralingsdosis per onderzoek, waarmee toe gezien kan worden op de kwaliteit van de gezondheidszorg en het doelmatig uitvoeren van zware medische beeldvorming.

Bij het uitwisselen van gegevens spelen privacy en gegevensbescherming een belangrijke rol, zeker wanneer het gaat over de verwerking van gezondheidsgegevens. Bij verdergaande digitalisatie wordt informatie beter beschikbaar, waarmee ook het risico toeneemt dat ongewenste entiteiten toegang krijgen tot deze informatie. Het is daarom van belang dat deze systemen aan de veiligheidsnormen voldoen en zo ontworpen zijn dat het (veiligheids)risico zo beperkt mogelijk is.

In de stap naar clinical decision support systemen spelen overwegingen rond gegevensbescherming ook mee. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het recht op inzicht of weigering van een automatische beslissing zoals neergelegd in artikel 22 van de AVG. Rekeninghoudende met de technische uitdagingen en wettelijke nuances denken we niet dat deze een verdere digitalisatie in de weg zouden moeten staan en benadrukken het belang van digitalisatie, EPD en clinical decision support voor het verhogen van de doelmatigheid en het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg.


  1. Zie https://www.riziv.fgov.be/SiteCollectionDocuments/formulier_verordening20030728_bijlage_82.pdf↩︎

  2. « PARIS » biedt een minimale service voor het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen (en voor niet-geneesmiddelen zoals bijv.. vitamines). De arts kan daarmee een voorschrift aanmaken, de lijst van de voorschriften raadplegen, aangemaakt door de voorschrijver, maar nog niet afgeleverd, een voorschrift annuleren dat nog niet afgeleverd werd, de feedback raadplegen, door de apothekers verstuurd, over de af te leveren voorschriften.↩︎

  3. Art. 9 Wet Patiëntenrechten.↩︎

  4. Art 33, 6° Kwaliteitswet.↩︎